“Karana” of “man” is de benaming voor onze geest, dat een instrument is. Al onze zintuigen zijn instrumenten die we nodig hebben om informatie te verzamelen uit de wereld en natuur om ons heen en hierin goed te kunnen functioneren. De geest staat bovenaan de zintuigen en bestuurt en beheerst deze. Dit heet “Antahkarana”, het innerlijke instrument. Boven de geest staat Buddhi, het Intellekt. Het intellekt is weer ondergeschikt aan Chitta (onderscheidingsvermogen) en het Ego, het Ik, dat het individu bepaalt.
De geest holt achter de prettige dingen in de buitenwereld aan en neemt de vorm aan van dingen die hij wilt hebben. Maar, de geest kan ook op zoek gaan naar vrede in het innerlijk.
De geest moet luisteren naar instructies die van het intellect afkomstig zijn, maar normaal gesproken staat hij in dienst van de zintuigen. De zintuigen (gehoor, gezicht, reuk, smaak en tastzin) zijn niet meer dan personeel voor de mens. Luistert de geest alleen maar naar de zintuigen dan wordt een mens tot slaaf van deze zintuigen. Boven de geest, boven het verstand, het bewustzijn en het Ik, staat het Atma, de werkelijkheid, het Kosmische Ik of God. De filosofie leert dat de geest meer kan dan alleen goed of kwaad van een ervaring bepalen. De geest creëert alle dingen en ervaringen zelf. Zonder de geest bestaat er niets: geen voorwerp, geen gevoel, geen emoties. Wanneer er geen geest is, is er ook geen materie. Hij geeft aan alles naam en vorm en helpt zo aan het scheppen van ervaringen en voorwerpen. Zonder die namen en vormen kan de geest geen contact maken en kan niets uitrichten. De geest heeft altijd naam en vorm nodig om zich te kunnen uitdrukken. Het is geen orgaan dat door de psychologie kan worden geïdentificeerd. Hij kan ook niet worden betast of aangewezen. Het is een ongrijpbare samenbundeling van voornemens en aarzelingen, van wensen en behoeften, van zowel positieve als negatieve gevoelens. De geest holt achter de prettige dingen in de buitenwereld aan en neem de vorm aan van dingen die hij wil hebben. Maar, de geest kan ook op zoek gaan naar vrede in het innerlijk. Je kunt de geest dus laten omkeren van gericht zijn op de buitenwereld (dan volgt altijd gebondenheid) of laten zoeken naar innerlijk geluk. Van de geest is bekend dat deze zowel slavernij als bevrijding kan brengen.
De Vormloze nam vorm aan en toen ontstond het Universum; de geest is dus het Scheppend Beginsel, de maya, waaruit de allereerste begeerte voortkwam dat de Ene moest worden tot velen. Voedsel dat de mens gebruikt, maakt van de geest een marionet. De geest wordt bewogen door de subtiele trekkracht van het voedsel dat de mens eet. Sattvisch voedsel wordt aanbevolen voor de mens die geestelijk vooruit wil. Geest betekent begeerte, sankalpa, iets dat je wilt hebben. Dit is het zuiverste dieet o.a. granen, honing, noten, peulvruchten, vers fruit en groenten. Wanneer de geest nu emotie (rajas) en Hartstocht tot voedsel krijgt, actie en avontuur, dan laat hij zich de wereld intrekken onder negatieve invloed van begeerte. De mens komt steeds verder in het moeras. Sterk gekruid eten, specerijen, bitter, zuur en gezouten zijn o.a. rajasisch. Krijgt de geest voedsel van tamasisch karakter, dat afstompt en verdooft en luiheid teweegbrengt, dat wordt hij gevoelloos en bewegingloos, niet geschikt voor een verheffende functie. Onder tamasisch voedsel wordt verstaan o.a.: vlees, tabak, alcohol, knoflook en uien.
Tags: Antahkarana begeerte bevrijding Buddhi emoties geest intellekt Sattvisch voedsel slaaf zintuigen