De wijze Dhanvantari, beschermer van de Ayurveda, wordt altijd afgebeeld met een kruik in zijn handen. In de mythologie wordt gezegd dat deze kruik het eeuwige leven bevat in de vorm van amrit. Wanneer dit gedronken wordt, heeft men het eeuwige leven. In de Ayurveda wordt het eeuwige leven vertaald naar een lang, gezond en gelukkig leven.
Allopathie geeft slechts tijdelijke verlichting; het is geen permanente oplossing naar genezing. Ayurveda kan een permanente genezing geven voor aandoeningen.
~ Sri Sathya Sai Baba
Hier volgt de mythe over hoe Dhanvantari en amrit in de schepping verschenen.
Dit verhaal speelt zich af in de tijd dat de asura’s (halfgoden) en de deva’s (goden) samen in een wereld leefden. De materialistische asura’s hadden nooit iets voor elkaar over, omdat ze geen heilige plaatsen bezochten. Hierdoor konden ze geen bijzondere of grote krachten opbouwen voor zichzelf. De deva’s daarentegen hadden geen grote bezittingen. Zij bleven offers geven en gingen oprecht met elkaar om. Zij bezochten wel heilige plaatsen. Hierdoor werden zij innerlijk steeds sterker. Beiden, de deva’s en de asura’s wisten dat zij amrit, het Levenswater, moesten vinden. Om dit te vinden moesten ze samen een van de zeven oceanen karnen. Ze daalden af naar de Oceaan van Melk. De berg Mandara werd gebruikt als karnstok. De honderdhoofdige slang Vasuki werd het karntouw. Ze wonden de slang rond de berg en trokken om beurten aan het karntouw. Er werd veel gespetterd wat op zijn beurt schuim, grote golven en stromingen in de oceaan veroorzaakte. Gedurende duizenden jaren karnden zij de Oceaan van Melk. Al die tijd spuwde de slang Vasuki gif uit zijn duizend koppen. Aangetast door het gif braken de rotsen in stukken. Hierdoor kon het gif verder naar beneden stromen. Het dreigde de wereld van de goden en de mens te vernietigen.
Slechts door het ingrijpen van een god zou dit voorkomen kunnen worden. Shiva greep in, verzamelde al het gif in een beker en dronk het op. Doordat het gif nogal bitter was, werd zijn keel blauw. Door deze daad kregen de deva’s meer kracht dan de asura’s. Beiden bleven doorgaan met karnen. Als eerste kwam uit de Oceaan van Melk de wens vervullende koe, Surabhi. Zowel de goden als de asura’s waren blij met het vooruitzicht van voorspoed dat deze koe met zich meebrengt. Vervolgens verschenen de apsara’s, de hemelse nimfen. De deva’s en de asura’s maakten plezier met hen. De maan werd uit de Oceaan gekarnd waarop Shiva deze nam en hem op zijn voorhoofd plakte. Op den duur werden de asura’s moe van het harde werken en gingen steeds meer plezier maken met de apsara’s. Door Shiva’s daad werd de kracht van de deva’s steeds groter. Zwoegend gingen ze door met karnen. Dit veroorzaakte nog meer schuim. Hieruit verscheen er de mooiste edelsteen Kaustubha en vervolgens de witte Uccaibhsravas, de beste onder de paarden. De deva’s groeiden nog steeds in kracht doordat zij bleven werken. De asura’s gaven zich steeds meer over aan hun genoegens. Onderling vochten zij om de leuke dingen die zij allemaal wilden hebben. Opeens was daar een lieflijke Godin, zittend op een lotus met in haar hand een lotus. Ze ging naast Shri Vishnu zitten. Vanaf die plek verrukte zij de deva’s met de blik die zij op hen wierp.
Iedereen herkende haar als Shri, de Godin van Geluk. In het feit dat het geluk aan de kant van de deva‘s was, stonden de asura’s rond de karn. Zij waren vastbesloten om het eerste goede dat voortkwam uit het karnen met geweld te grijpen. En kijk! Daar verscheen de wijze Dhanvantari met in zijn handen een beker met amrit. De asura’s vochten om het te pakken te krijgen. Zij zouden het zelf opdrinken. Of anders zouden ze het daar gooien waar het gif van de slang op de rotsen drupte. Het lukte hun bijna om de goden te overmeesteren. Vishnu zag dit waarop hij zich veranderde in een verrukkelijk betoverende gedaante. Hij leek de lieflijkste nimf van de hemel te zijn die je maar kunt bedenken. De asura’s liepen al vechtend naar de verblindend schone nimf toe. Hierdoor konden de deva’s de beker oppakken en de amrit samen opdrinken.
De deva’s waren nu zo sterk dat de asura’s hen niet meer konden overmeesteren. Veel asura’s werden hierop de hel in geduwd waar zij daityas, afgrijslijke demonen, werden. Dit is het begin van de oorlog tussen de deva’s en de demonen. Een oorlog die eeuwig doorgaat. De deva’s hadden gezegevierd waardoor de drie werelden stralend en krachtig werden. Indra, de koning van de goden, componeerde een loflied voor Shri. Waarop zij toestemde in zijn wens de deva’s nooit te verlaten. Zij woont samen met de deva’s op de heilige berg, de verblijfplaats van Indra. Het paard, dat hij kreeg door het karnen van de Oceaan, graast in het gras naast hem. Vishnu ligt te rusten op de slang en denkt na terwijl zijn bruid, Shri, naast hem zit. Shiva verblijft in de prachtige met bloemen gevulde bossen. Shiva’s keel zal altijd blauw blijven door het bittere gif.
Bhagavan Sri Sathya Sai Baba heeft in een van zijn toespraken zich uitgesproken over Ayurveda. Hier volgt een klein citaat daaruit.
Sathya Sai Speaks, Volume 33, hoofdstuk 2, blz.14
Tags: asura's ayurveda deva's goden halfgodenBelichamingen van het goddelijke Atma! In het dagelijkse leven is gezondheid het grootste goed. In het verre verleden hebben vele yogi’s, heiligen, zieners en mensen van uitmuntend gedrag diepgaand onderzoek gedaan naar manieren om een goede gezondheid te verkrijgen en te behouden. Zij hebben grote inspanningen verricht naar dit onderwerp aangezien zij van mening waren dat de mens alleen kon werken aan de vrede en de veiligheid van een natie wanneer hij gezond is van lijf en leden. In deze moderne tijd zijn er mensen die uitsluitend volledig vertrouwen hebben in de allopathie (de reguliere geneeskunde), terwijl er anderen zijn die van mening zijn dat Ayurveda ook belangrijk is naast de allopathie. Allopathie geeft slechts tijdelijke verlichting; het is geen permanente oplossing naar genezing. Ayurveda kan een permanente genezing geven voor aandoeningen.