Het taoïsme is een oosterse levenswijze. Het woord tao betekent ‘weg’. Leven in eenheid met de natuur is een belangrijk ideaal. De door de mensen ingerichte maatschappij wordt als kunstmatig gezien. Het zich terugtrekken uit de mensenwereld is één van de typisch taoïstische fenomenen.
... eenheid van alle schepping, in de spiritualiteit van de materiële werelden en in de broederschap van alle mensen
~ Lao Tse
De ideale klassieke taoïstische geleerde wordt meestal voorgesteld als een kluizenaar en een mystieke individualist. Later heeft het taoïsme ook religieuze trekken aangenomen. Volgens het taoïsme is alles in een perfecte harmonie, een harmonie die niet statisch is, maar in voortdurende verandering, een voortdurend wisselend evenwicht. Het erkent dat alles zijn tegendeel heeft zoals het Yin Yang principe. Dat niets kan bestaan zonder dat tegendeel en dat er voor alles zijn tijd is. Vanuit het taoïsme leef je in overeenstemming met de werkzame kracht die het leven, het heelal, in stand houdt. Tao ontwikkelt zich nog steeds. Wie met de ‘stroom van verandering’ mee kan gaan zou ‘de volmaakte mens’ kunnen worden. Taoïsme is te omschrijven als een manier van leven die accepteert wat er gebeurt, het waardeert en ervan leert. Het aantal aanhangers van het taoïsme wordt geschat op ongeveer 50 miljoen, voornamelijk in China en andere delen van Azië. Het taoïsme begon ongeveer 2500 jaar geleden in China. De basis van het taoïsme is te vinden in het boek: Tao Te Tjing van Lao Tse. Tao Te Tjing betekent: ‘klassieke weg naar de deugd’. Lao Tse is de stichter van het taoïsme. Hij leefde waarschijnlijk van 614-517 voor Christus. Volgens de overlevering zou Tse de leer van het taoïsme hebben opgeschreven in boekvorm, toen hij op een tocht vertrok waarvan hij nooit is teruggekeerd. Er is hierna geen spoor meer van hem gevonden. Toen hij bij de grens kwam vroeg een grenswachter aan hem de leer van het taoïsme op te schrijven, waarvan de Tao Te Tjing het resultaat is. Dit boek bestaat uit een groot aantal mystieke spreuken in de geest van het taoïsme, zoals enkele hieronder beschreven:
1) Ik geloof dat het eeuwige begrepen kan worden als de Tao, of ‘weg’, dat de morele en fysieke orde omvat van het universum, de weg van deugd die de Hemel zelf volgt, en het absolute- zelfs zo groot dat ‘de Tao dat geuit kan worden niet de eeuwige Tao is’.
2) Ik geloof in de unieke grootheid van de wijze Lao Tse en in zijn discipel Chuang-Tsu.
3) Ik geloof in de inzichten van de geschriften en uiteindelijk autoriteit van de Tao Te Ching en in de heiligheid van Chuang-Tsu’s teksten.
4) Ik geloof dat de mens zichzelf met het eeuwige verbindt wanneer hij nederigheid, eenvoud, meegaandheid, kalmte en onzelfzuchtig handelen navolgt.
5) Ik geloof dat het doel en de weg van het leven in essentie hetzelfde zijn en dat de Tao alleen gekend kan worden door levende wezens die dat in zichzelf realiseren – gedachten over het hiernamaals zijn nutteloos.
6) Ik geloof dat het alwetende en onpersoonlijke hoogste onverbiddelijk is, boven de zorg voor menselijke ellende, maar dat er lagere godheden bestaan – van de hoge goden die voor eeuwen bestaan tot de natuurgeesten en demonen.
7) Ik geloof dat alle handelingen hun tegenovergestelde krachten scheppen, dat de wijzen niet-handelen in handelen zullen zoeken.
8) Ik geloof dat de mens een van de tienduizend dingen van manifestatie is, eindig is en voorbij zal gaan; alleen de Tao bestaat voor altijd.
9) Ik geloof in de eenheid van alle schepping, in de spiritualiteit van de materiële werelden en in de broederschap van alle mensen.
Iemand die de tao volgt, volgt de natuurlijke orde van dingen en wil niet beter worden dan de natuur of deugd aan anderen opleggen. De taoist beoefent wu-wei. Dit omvat het zuiveren van zichzelf door de voorkeuren en emoties te kalmeren. Dit wordt gedeeltelijk bereikt door middel van meditatie, adembeheersing en andere vormen van innerlijke discipline, meestal onder begeleiding van een meester. Ook komen hierbij seksuele hygiëne en geneeskrachtige kruiden aan de orde. Zo probeert men de vitaliteit te verhogen en zelfs te zweven op de wind om zo de onsterfelijkheid te bereiken. Het doel wordt voornamelijk bereikt door goedheid of natuurlijkheid en onthechting. Iets wat in de leer van Sai Baba ook prominent aanwezig is. Volgens Sai Baba is het van groot belang eerbied te hebben voor elkaars geloof. ‘Laat de verschillende godsdiensten bestaan, laat ze bloeien en laat Gods glorie in alle talen en in een verscheidenheid van toon, gezongen worden. Hem vind je namelijk alleen in de diepste stilte van je eigen hart.’
Enkele gebruiken vanuit het taoisme zijn bijvoorbeeld dat wanneer je bij Chinezen thuis komt, het gebruikelijk is bij het derde of vierde bezoek een cadeautje mee te nemen, bijvoorbeeld fruit, cakes of zoetigheid. Pakjes worden niet in het bijzijn van de gast geopend, want dit wordt als onbeleefd beschouwd. Geef cadeaus zo mogelijk in even aantallen, (bijvoorbeeld 2 cakes, 4 sinaasappels). Oneven aantallen staan voor scheiding, eenzaamheid en dood. Cadeaus worden altijd bij het vertrek overhandigd.
Het is van belang erop te letten nooit de voetzolen naar iemand toe te richten; dit is zeer onbeleefd. Kinderen worden niet op het hoofd geklopt en wenken gaat met de handpalm naar beneden. Voorwerpen worden met de rechterhand aangereikt en in ontvangst genomen; deze hand wordt ook gebruikt om te eten. De linkerhand is bedoeld voor sanitaire doeleinden en is onrein.
Tags: taoïsme